Er komt een meisje bij mij op mijn praktijk. Ze komt gelijk met de deur in huis vallen. Ze wil graag meer zelfvertrouwen hebben. Ik vraag aan haar wat zelfvertrouwen is. Ze zegt “gewoon…. Iemand terugslaan als iemand mij duwt.” Ik vraag aan haar of ze dit zou willen. Ze trekt haar schouders op en kijkt me aan en zegt ‘ik weet het niet’. Ze gaat verder ‘aan de ene kant wel, want dan stoppen ze met wat ze doen’. Ik herhaal haar laatste zin met andere woorden ‘je wilt dat het stopt’. Ik ben heel nieuwsgierig naar haar beeld over zelfvertrouwen. Hoe ziet iemand met zelfvertrouwen eruit? Wat doet iemand die zelfvertrouwen heeft? Wat laat hij/zij zien als hij/zij zelfvertrouwen heeft? En het belangrijkste…. Wat doe jij al? We ontdekken samen dat ze al zelfvertrouwen heeft en dat dit groeit. Echter neemt dit niet weg ‘dat het stopt’. We gaan samen ontdekken dat er verschillende manieren zijn van opkomen voor jezelf. Ze een keus heeft en kan gaan ontdekken wat wel bij haar past. Ze haalt er een paar vaardigheden uit en deze oefenen we samen. Een daarvan is stevig gaan staan en je groot maken. Ik laat haar dit ervaren in haar ‘lijf’. Ik probeer samen met haar de ‘voelsprieten’ naar binnen te halen. Ik stel haar een aantal vragen. Ze kijkt me aan, wordt ongemakkelijk en zegt ‘ik weet het niet’…..
Dan gaan bij mij alle ‘radartjes’ draaien en vraag me af of ze überhaupt wel haar voelsprietjes naar binnen kan zetten. Wat als haar voelsprieten steeds naar buiten staan? Weet ze dan wel wat er in haar omgaat en wat ze voelt? Ik word heel nieuwsgierig en besluit op onderzoek uit te gaan.
Ze kiest om even lekker te gaan verven. Met een kwastje, want iets op haar vingers vindt ze maar niks. Tijdens het verven zegt ze ineens dat ze twee (hele kleine) vliegjes op haar arm heeft. Ik vraag hoe ze dit weet. Ze zegt dat ze dit ziet. Ik vraag aan haar of ze dit ook kan voelen. Ze kijkt ernaar en zegt ‘ik weet het niet’. Ze gaat verder. Ik vraag aan haar of het licht of zwaar voelt. Ze kijkt er weer naar. Ze geeft even geen antwoord… dan zegt ze ineens dat het licht voelt. Ze gaat weer verder. Ik vraag aan haar of ze stil zitten of lopen. Ze kijkt er weer naar en zegt dat ze lopen. Ik vraag aan haar hoe dit voelt en ze geeft als antwoord ‘ik weet het niet’….
Bij mij vallen nu de puzzelstukjes van alle sessies op hun plek. Hoe kan ik vragen aan een meisje om een vaardigheid te oefenen als haar voelsprietjes voortdurend naar buiten gericht zijn in plaats van naar binnen.
Hooggevoelig zijn
Een hoog gevoelig kind heeft voortdurend zijn voelsprieten naar buiten staan. Kort gezegd; sensoren die naar buiten gericht zijn (omgeving). Dat is ook niet zo gek, want ze voelen van alles (tempratuurverschillen, emoties van anderen, aanrakingen, fysieke processen enz). Hoog gevoelige kinderen ervaren dit intenser, alles komt ‘sterker’ binnen. Kinderen zijn van nature al heel nieuwsgierig. Dus ook naar de dingen die ze voelen/ervaren, ze willen ontdekken waar dat vandaan komt. Echter ‘begrijpen’ ze niet altijd alles, omdat ze hier nog geen woord aan kunnen geven. Ze ervaren dus heel veel, maar kunnen dit nog niet vertalen naar zichzelf of anderen. Alles is op één hoop. Ze willen wel alles begrijpen, want dat kan een minder vervelend gevoel geven…. Angst. Doordat alles op één hoop ligt en het lastig te plaatsen (verwoorden) is, vinden hoog gevoelige kinderen het lastig om te weten waar ze zelf eindigen en waar de ander begint. En dit is de basis van het leren opkomen voor jezelf. Als je niet weet wat je zelf voelt en wil, hoe kan je dit dan vertellen aan de ander? Ze gaan zich aanpassen…. Conformeren naar de ander.
Hoe je ze weer in hun kracht kan zetten?
Laten groeien in wie zij zijn!
Hoe?
- Benoem de emoties die wordt ervaren bij je kind. Laat weten dat dit er mag zijn. Laat zien hoe ze ermee om kunnen gaan (wat de volgende stap kan zijn)
- Stel open vragen aan je kind. Ga er bijvoorbeeld niet gelijk vanuit dat iets leuk of vervelend is geweest.
- Ga de natuur in en ga ‘ervaren’. Wat hoor je? Wat voel je? Wat zie je? Wat ruik je? Laat ze ook zien dat jij er anders over kan denken.
- Vertel eerlijk over de emoties die jij voelt, als je kind ernaar vraagt. Vertel, conform leeftijd, hoe dit komt.
- Speel sensorische spelletjes en wees nieuwsgierig hoe hij/zij dit ervaart.
- Vertellen ze een verhaal over een situatie die zij niet leuk hebben gevonden, ga dit samen met ze na. Wat was jouw rol? Wat was de rol van de ander? Hoe komt het dat de ander dit doet? Hoe reageerde jij? Waar voelde jij dit in jouw lichaam (hoe jonger, hoe specifieker de vragen)? Hoe kon de ander dit zien aan jou? Hoe zag je dit aan de ander? Enz. Neem er even de tijd voor. Tip uit eigen ervaring 😉 Calculeer deze tijd in met het naar bed gaan… want dan komen meestal de verhalen.
Laat ze maar eerst ervaren wie zij zijn. De vaardigheden en verschillende manieren die ervoor nodig zijn om voor jezelf op te komen, volgen dan vanzelf wel.
5 gedachten over “Intense voelsprietjes”